Piercing nazorg instructies

De nazorg van een piercing verschilt per piercing en kan ook per persoon verschillen. Algemene gezondheid en lichamelijke conditie spelen hierbij een rol. Persoonlijke hygiëne is tijdens de genezingstijd van de piercing absoluut noodzakelijk. Direct na het piercen kan de gepiercete plek rood worden en flink opzwellen. Als je een te klein ringetje of een te kort staafje hebt laten zetten is er een grote kans op infecties en complicaties. Gedurende de genezingstijd moet het ringetje of slaafje voortdurend ruimte hebben en niet te strak of te los zitten. De piercing moet worden beschouwd als een wond en ook zodanig worden behandeld.

Voor een zo goed en vlot mogelijke genezing moeten de volgende regels in acht genomen worden:

  1. Raak de piercing niet of zo min mogelijk met je handen aan als je niet in de gelegenheid bent om te wassen (je vingers zijn een bron van bacteriën en zo breng je gemakkelijk een bacterie bij je wond) Dus niet aan je piercing zitten, draaien of trekken tijdens het genezen.
  2. Was de omgeving van de wond 1 of 2 keer per dag met een milde ongeparfumeerde zeep (UNICURA ZEEP) totdat de wond genezen is. Was de korstjes en eventueel bloed eerst bij je piercing weg. Dan mag je je piercing een beetje rond draaien zodat hij niet vast komt te zitten. Daarna alles goed afspoelen met water.
  3. Dep de omgeving van de wond na het wassen met een schone handdoek of een tissue droog.
  4. Nu is je piercing schoon. Laat hem schoon door eraf te blijven. Laat je piercing zoveel mogelijk met RUST. Houd de piercing na het wassen zoveel mogelijk droog.
  5. Smeer geen zalf, purol, vaseline, of iets dergelijks op de wond.
  6. Druppel geen wonddesinfectiemiddelen zoals sterilon of betadine preventief op de wond. Uitsluitend bij een opkomende irritatie of bij een ontsteking is WATERSTOF PEROXIDE 3% zinvol. Dit desinfectiemiddel pas aanbrengen nadat je hebt gemerkt dat je eigen lichaam deze irritatie niet zelf weg krijgt. Liefst 1 of 2 keer per week aanbrengen. Bij een hevige ontsteking voor 3 a 4 dagen 2 tot 3 keer per dag gebruiken.
  7. Draag geen pleisters over de piercing, behalve kortdurend indien nodig tijdens sporten.
  8. Draag bij een bodypiercing (b.v. tepel of navel etc) geen strakke of vuile kleding.
  9. Vermijd tijdens het genezingsproces contact met zwemwater (chloorwater, bubbelbaden, en natuurlijk zwemwater). Maak tevens geen gebruik van een stoombad.
  10. Verwijder nooit zelf het sieraad. Neem bij extreme roodheid, zwelling, bloedingen, pussen, kleurveranderingen, uitgroei of afstotingsverschijnselen van de wond of bij extreme pijn altijd contact op met uw huisarts.

Nazorg orale piercings

  1. Een tong of lippiercing (of andere piercings in de mond) verdient extra aandacht na eten, drinken, en roken en na elk ander oraal contact. Poets regelmatig de tanden (de mond plaquevrij houden met bv een tandpasta op basis van zoutoplossing) en spoel zonodig met een mondwater op basis van een chloorhexidineoplossing (CORSODIL).
  2. Vermijd kussen en ander oraal contact tijdens het genezingsproces.
  3. Verwissel je piercing niet te snel voor de kortere piercing en wacht tot de zwelling volledig is verdwenen.
  4. Neem bij aanhoudende pijn, zwelling of andere problemen altijd contact op met uw huisarts.

Ga niet zelf lopen te klooien en luister niet zomaar naar de raad van anderen. Bij twijfel, neem contact op met uw piercer of met uw huisarts. Veel plezier van uw nieuwe piercing en zorg er goed voor.

 

 
Scroll naar boven